Hotelgeluk

 "Kijk, dat ben ik", zegt hij. Hij laat me een filmpje zien, onderdeel van een nieuwsbulletin. Onderdeel van een bizar verhaal.

Hij en ik zijn dan al een poosje in een geanimeerd gesprek verzijld geraakt en we jijen en jouwen elkaar al even. Ik ben garderobehoofd vandaag, hij komt even langs om zijn laptop op te halen voor gebruik. Even een mailtje versturen. En ondertussen onderhouden we een goed gesprek. Hij kan dit, zegt hij. Een gesprek doen en ondertussen een mail typen en versturen. Dat dwingt respect af, bij mij.

Waar hij vandaan komt? Bij mij uit de buurt. Nu woont hij in Joure. Joure! Niet echt in de buurt! Tsja, zegt hij, mijn vrouw komt er vandaan. Ah, we lachen. De liefde! Dat mijn dochter daar voor naar Engeland vertrok weet hij dan al.

Zijn vrouw nam een hotel over in Joure, met zijn goedkeuring. Samen, maar dus vooral zijn vrouw, runnen ze het hotel. Hij doet dan ook nog dit werk erbij, iets met duurzaam en innovatie en berekenen hoe de gewenste middelen op een goedkopere manier aangeschaft kunnen worden. Ja, levendiger kan hij het niet voor mij maken. Weer die leuke glimlach.

Het hotel dus. Er was iets vreselijks mis gegaan. Met oud- en nieuw. Dit jaar. Er was illegaal vuurwerk wat afgestoken werd in de buurt van het hotel. Een enorme explosie. Gesneuvelde ramen, meerdere. Verbijstering en ongeloof en verdriet. Ze hadden nét de lockdowns achter de rug...

Vandaar het filmpje. Ik kijk mee en krijg een impressie van de knal. Die is...heel groot. Het moet enorm overweldigend zijn geweest.

En nu? 

Het gaat goed. Het gaat heel goed met het hotel. Ze hebben er nu veel plezierig werk aan. 

Ik heb zo'n respect voor jullie, zeg ik. Zeg het tegen je vrouw. Ik gun jullie van harte jullie hotelgeluk.

Zijn mail is klaar, en de gong klinkt. Het volgende onderdeel van het congres dient zich aan. De laptop komt weer bij mij in beheer. Zie ik je later nog?, vraagt hij. Dat is niet zeker, en dus wensen we elkaar een fijne dag toe en zwaaien bij het afscheid.


Reacties