Ze racet mij met een volle vaart voorbij.
Ik zie een aantal dingen bij haar die ik me bedenk. Wat gaat ze hard! Wat heeft ze veel spullen bij zich op die step! Wat zit haar haar leuk!
Zwarte vlechten met daar in weer lichtturquoise gekleurde vlechten verwerkt.
En dan valt ze en ligt languit op straat, met al haar spullen en step om haar heen. Ze ligt op een zebrapad en er komt een auto aan die gelukkig voor haar kan stoppen. De vrouw die de auto bestuurd stapt uit en helpt haar overeind, en helpt met het oprapen van haar spullen. Zo kan ze even later weer verder lopen, met step en spullen en haar mooie vlechten.
Ik haal haar in en vraag haar of ze ok is. Ze zegt dat het goed gaat. En dat ze te hard ging op haar step. "Je hebt er zoveel spullen op staan en aan hangen", zeg ik. "Ik ga naar mijn moeder", zegt ze, "ze woont in Vlissingen, ik ga met de trein en wil al mijn spullen meenemen. En u?".
Ik vertel mijn bestemming. "Zo, dat is ver weg", zegt jongedame. "Welnee", zeg ik, " twintig minuten met de metro. Jouw Vlissingen is verder weg!". "Ok", zegt jongedame,"bedankt voor het meelopen, heel fijn weekend! "Jij ook hoor!", zeg ik, "veel plezier bij je moeder".
Ze zwaait naar me als we het station inlopen en zij naar haar gewenste trein toe gaat. Met haar step, al haar spullen en haar vrolijk gekleurde vlechten in haar haar.
Reacties
Een reactie posten